Scherpstellen: S-AF en C-AF… One Shot en Servo…

Scherpstellen: S-AF en C-AF… One Shot en Servo…

Als je net begint met fotograferen of je wat verder verdiept in de instellingen van je camera, kom je al snel termen tegen zoals S-AF en C-AF. Dit zijn verschillende manieren waarop je camera scherpstelt. Maar wat houden ze in? En hoe weet je welke je moet kiezen? Dat leggen we hier uit. De keuze is in ieder geval een belangrijke. Het zorgt voor de juiste scherpte. Of juist niet. 

S-AF: Single Autofocus

S-AF betekent 'Single Autofocus'. Dit houdt in dat je camera één keer scherpstelt op het moment dat je de ontspanknop half indrukt. Zodra de focus is vastgezet, blijft die zo staan totdat je de knop loslaat. S-AF is ideaal als je een stilstaand onderwerp fotografeert. Denk bijvoorbeeld aan een vriend die rustig op een stoel zit voor een portretfoto, een mooi berglandschap tijdens een wandeling, of een oud gebouw in de stad dat je wilt vastleggen. Met stilstaande onderwerpen bedoelen we onderwerpen die niet naar je toe komen of van je af bewegen.

S-AF werkt dus als volgt: je richt je camera op het onderwerp, drukt de ontspanknop half in, wacht op het piepje of het groene vierkantje dat aangeeft dat het scherp is, en maakt daarna de foto. Als je na het scherpstellen je camera iets verplaatst, blijft de scherpstelling op dat eerste punt staan. Handig als je bijvoorbeeld die vriend niet precies in het midden van de foto wilt, maar iets meer naar de zijkant. Je kunt dus na het scherpstellen met S-AF je beeld herkaderen voor een hernieuwde compositie.


C-AF: Continuous Autofocus

C-AF staat voor 'Continuous Autofocus'. In deze stand blijft de camera continu scherpstellen zolang je de ontspanknop half indrukt. Hij blijft de focus bijstellen als je onderwerp beweegt, in welke richting dan ook. 

C-AF gebruik je dus als je een bewegend onderwerp wilt vastleggen. Denk aan een hond die vrolijk door het park rent, een voetballer die richting het doel sprint, of een kind dat naar je toe komt. Je richt met C-AF de camera op het bewegende onderwerp, drukt de ontspanknop half in en houdt deze half ingedrukt. De camera blijft scherpstellen terwijl je onderwerp beweegt. Wanneer het juiste moment daar is, druk je de knop helemaal door om de foto te maken. Het vergt wat oefening om je onderwerp goed in beeld te houden, maar als het lukt, krijg je scherpe actiefoto's.

 

Andere benamingen

Niet alle cameramerken gebruiken dezelfde benaming. Zo noemen ze het bij Canon 'One Shot AF' (S-AF) en 'AI Servo AF' (C-AF). Nikon gebruikt 'AF-S' voor S-AF en 'AF-C' voor C-AF. Bij Sony, Olympus, Panasonic en Fujifilm zie je vaak ook de termen AF-S (voor S-AF) en AF-C (voor C-AF). Het kan soms even zoeken zijn, maar de functies werken overal hetzelfde.


Welke scherpstelmethode moet je kiezen?

Maak je een foto van iets dat stilstaat? Kies dan S-AF. Is je onderwerp in beweging? Kies C-AF. Sommige camera’s hebben ook een automatische stand, zoals 'AI Focus' bij sommige Canon-camera’s of 'AF-A' bij Nikon. In die stand probeert de camera zelf te kiezen tussen S-AF en C-AF. Dat kan handig zijn, maar het is niet altijd even precies. Soms werkt die automatische keuzestand ook erg langzaam.


Tips

- Oefen veel met snel te schakelen tussen S-AF en C-AF.
- Veel camera’s hebben als extra onderwerpherkenning of oogdetectie. Dit kan een handig hulpmiddel zijn.
- Fotografeer je sport of dieren in beweging? Gebruik C-AF in combinatie met de burst-modus. Je camera maakt dan meerdere foto’s snel achter elkaar terwijl hij blijft scherpstellen.

 

Terug naar blog