Als je je camera gebruikt, druk je op de ontspanknop om je foto te maken. Logisch. Maar wat er dan precies gebeurt, hangt af van het type sluiter in je camera. Er zijn twee soorten sluiters: een mechanische sluiter en een elektronische sluiter. Soms worden deze ook anders genoemd: een mechanische sluiter wordt weleens een fysieke sluiter genoemd, en een elektronische sluiter kan ook een digitale sluiter of een silent shutter worden genoemd. Of stille modus. Bijna alle systeemcamera’s hebben beide sluiters aan boord. In dit blog bespreken we hoe ze werken, wat de voor- en nadelen zijn en wanneer je welk type sluiter het beste kunt gebruiken.
Hoe werkt een mechanische sluiter en een elektronische sluiter?
De mechanische sluiter is een mechanisme dat we al jaren kennen. Dit type sluiter bestaat uit kleine fysieke gordijntjes die voor de beeldsensor van de camera zitten. Als je op de ontspanknop drukt, gaan deze gordijntjes open en laten ze voor een korte tijd licht op de sensor vallen. Daarna sluiten ze weer. Dit proces bepaalt dus hoe lang de sensor wordt blootgesteld aan licht en is afhankelijk van je ingestelde sluitertijd.
Een elektronische sluiter werkt anders en heeft geen bewegende onderdelen. Er is dus niets fysieks dat open en dicht kan. In plaats daarvan wordt de sensor simpelweg aan- en uitgezet om licht op te vangen. Dit gebeurt vrijwel altijd pixel voor pixel, in plaats van alles in één keer.
Er zijn twee soorten elektronische sluiter. De eerste is een rollende sluiter, ofwel rolling shutter, waarbij de sensor het beeld rij voor rij uitleest. Dit gebeurt heel snel, maar niet dus tegelijkertijd voor de hele sensor. Deze toepassing wordt in veruit de meeste camera toegepast, die uitgerust zijn met zo’n elektronische sluiter. Naast de rolling shutter bestaat er ook een global shutter. Bij dat type elektronische sluiter wordt de sensor wel in één keer uitgelezen, waardoor alle pixels op exact hetzelfde moment belicht worden. Dit type wordt nog weinig toegepast. De kans is dus het grootst dat jouw systeem camera beschikt over een mechanische sluiter en een rolling shutter elektronische sluiter.
Voordelen en nadelen van een mechanische sluiter
Een mechanische sluiter heeft een aantal belangrijke voordelen. Ten eerste zorgt dit type voor een betere beeldkwaliteit bij snelle bewegingen, omdat deze voorkomt dat beelden vervormen door het zogenaamde rolling shutter-effect. Dit is vooral handig bij sport- of actiefotografie. Daarnaast produceert een mechanische sluiter minder beeldruis bij lange sluitertijden, wat betekent dat je schonere, scherpere foto’s krijgt in situaties met weinig licht, waarbij je je sluitertijd opschroeft. Ook werkt een mechanische sluiter veel beter samen met flitsers, vooral bij hogere sluitertijden, waardoor deze sluiter de voorkeur heeft bij studiofotografie of wanneer je een externe flitser gebruikt. Sterker nog, meestal werkt een flitser zelfs uitsluitend bij het gebruik van de mechanische sluiter.
Toch heeft een mechanische sluiter ook nadelen. Omdat deze uit bewegende onderdelen bestaat, slijt hij na verloop van tijd, wat betekent dat hij uiteindelijk de geest zal geven. Bovendien maakt de mechanische sluiter altijd geluid bij het maken van een foto, wat storend kan zijn in stille omgevingen, zoals tijdens bruiloften of in de natuur. Ook is een mechanische sluiter beperkt in snelheid; hij kan slechts tot een bepaalde sluitertijd gaan, waardoor hij niet zo extreem snel is als een elektronische sluiter. Die grens ligt meestal op 1/4000e of 1/8000e seconden.
Hoe zit dat dan bij een elektronische sluiter?
Ook elektronische sluiter heeft een aantal voordelen. Het belangrijkste is dat hij volledig stil is, wat ideaal is voor situaties waarin je geen storend geluid wilt maken. Daarnaast heeft een elektronische sluiter niet het probleem van bewegende onderdelen zoals bij de mechanische sluiter, waardoor hij niet slijt en in theorie oneindig meegaat. Ook kan de elektronische sluiter extreem korte sluitertijden bereiken, soms tot 1/32000e seconde, wat handig is bij fel licht of voor het bevriezen van ultrasnelle bewegingen.
Maar helaas kent ook die elektronische sluiter flinke nadelen. Een groot probleem is het rolling shutter-effect, waarbij beelden vervormen als er iets snel beweegt. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een scheefgetrokken raceauto of een niet-ronde bal. Daarnaast werkt een elektronische sluiter minder goed bij kunstlicht, zoals TL- of LED-lampen, omdat die snel flikkeren vanwege hun frequentie en zo strepen of ongelijkmatige belichting kunnen veroorzaken in je foto’s. Daarnaast heb je al kunnen lezen dat je vaak je flitser niet kunt gebruiken in combinatie met een elektronische sluiter.
Wanneer gebruik je welke sluiter?
Welk sluitertype je het beste kunt gebruiken, hangt af van wat je fotografeert:
Actiefotografie (sport, snelle bewegingen): de mechanische sluiter is meestal beter, omdat deze vervorming (rolling shutter) voorkomt.
Stille omgevingen (concerten, bruiloften, wildlife): de elektronische sluiter is ideaal, omdat deze volledig stil is. Daarom wordt de functie in sommige camera’s de stille modus genoemd.
Gebruik van een flitser: de mechanische sluiter werkt beter.
Extreem snelle sluitertijden (heel kort, zoals 1/32000 seconde): de elektronische sluiter is in staat snellere sluitertijden te halen dan de mechanische sluiter.
Beide sluitertypes hebben dus hun eigen sterke en zwakke punten. Een mechanische sluiter is betrouwbaarder bij snelle bewegingen en flitsfotografie, terwijl een elektronische sluiter perfect is voor stille of razendsnelle opnames. Bijna alle systeemcamera’s bieden de mogelijkheid om tussen beide te wisselen, zodat je per situatie de beste keuze kunt maken. Zo kun je altijd het maximale uit jouw fotografie halen.